De plaatsing van een stemprothese
Het streven is om al een stemprothese te plaatsen tijdens de laryngectomie zodat de patiënt zo snel mogelijk weer kan praten. Bij de meeste patiënten is dit mogelijk.
Bij de plaatsing van de prothese wordt een verbinding (kanaaltje) gemaakt tussen de luchtpijp en de slokdarm, een zgn. fistel.
In dit kanaaltje wordt de stemprothese, een kunststof ventiel, aangebracht.
Een stemprothese zal bij lekkage verwisseld moeten worden. Dit gebeurt poliklinisch, gemiddeld om de 3-4 maanden.
Bij sommige patiënten is het niet mogelijk om tijdens de laryngectomie al een stemprothese te plaatsen.
Meestal kan dan na wondgenezing en eventueel aanvullende behandelingen zoals bestraling, alsnog een stemprothese geplaatst worden.